Richteren 13

 

Speur 5-kamp

1. Muur bouwen

Je hebt nodig:

De spionnen zagen sterke steden. Goed gebouwd, met een muur eromheen.
Jullie gaan een stad bouwen, maar er zijn niet genoeg blokken. Een paar kinderen gaan bouwen, de anderen gaan blokken halen. Je mag maar 1 blok tegelijk halen! Bouw zo samen een sterke stad!


Verdeel de groep in tweeën; 1 groep gaat bouwen, de andere groep brengt de blokken naar de bouwplaats. Er liggen al wat blokken bij de bouwplaats zodat beide groepen meteen kunnen beginnen. Kinderen mogen tegelijk lopen maar ze mogen maar 1 blok tegelijk meenemen.
Evt. tussentijds de groep wisselen
Hebben ze de opdracht goed uitgevoerd dan verdienen ze de letter U die in muur zit.

2. Speuren naar lekkere, gezonde dingen

Je hebt nodig:

De spionnen vonden in het land allemaal lekkere, gezonde dingen; druiven, granaatappels, vijgen, melk en honing. Jullie gaan speuren naar lekkere, gezonde dingen. Hier ligt allemaal groente/fruit verstopt. Hoeveel groentes en fruit kunnen jullie vinden? Wat echt is mogen jullie meenemen en op de tafel zetten voor bij het drinken. Dat wordt smullen!


Alle kinderen gaan op zoek naar fruit/groente. Welke soorten vinden ze en vinden ze ook echte druiven? Die mogen ze meenemen en op de tafel zetten voor bij het drinken.
Aan het eind van de tijd verstoppen de kinderen het fruit/groente weer waar ze ze gevonden hebben voor de volgende groep.
Hebben ze alle 20 stuks fruit/groente gevonden dan verdienen ze een ‘f ‘ van fruit

3. Met de grote druiventros

Je hebt nodig:


De spionnen vonden een grote druiventros. Hoe hebben ze die meegenomen? Jullie gaan ook druiventrossen meenemen. Twee kinderen dragen de tros met een stok. Je loopt om de pion en komt terug. Dan mogen de volgende 2 kinderen. Hoeveel trossen kunnen jullie binnen de tijd thuis brengen?

Maak een 'druiventros' van de ballonnen en hang die over de bezemsteel.

Ze verdienen daarmee natuurlijk de letter d, van druiventros

4. Ik speur, ik speur en zie…

Je hebt nodig:

De spionnen moesten goed om zich heen kijken. Wat was er allemaal te zien in het nieuwe land? Zouden ze een verrekijker gehad hebben?


Variant op ik zie, ik zie wat jij niet ziet en het is …
Laat het kind dat aan de beurt is door een ‘verrekijker’ kijken en iets zoeken. Hij zegt dan: ik speur, ik speur en zie iets bv. groens. De andere kinderen proberen te raden wat hij zag.

Ze verdienen hiermee de letter i van ‘ik speur’

5. De spionnen tegen de reuzen

Je hebt nodig:


Tien spionnen zijn bang voor de reuzen die ze in het land zagen. Twee geloven dat God hen kan helpen en zijn niet bang.
De spionnen gaan tegen de reuzen vechten. De spionnen staan in het spionnenvak, de reuzen in het reuzenvak. De spionnen proberen met de bal de reuzen te raken. Is dat gelukt, dan moet de reus aan de kant gaan staan.

Maar pas op! De bal ligt dan in het vak van de reuzen. Zij mogen proberen de spionnen te raken. Is een spion geraakt, dan moet de spion aan de zijkant gaan staan. Spannend! Wie gaat er winnen?

Verdeel de groep in tweeën; een groep is reus, de andere groep verspieders.
Teken met stoepkrijt twee vakken, naast elkaar. De spionnen proberen de reuzen te ‘verslaan’ door ze met een zacht balletje te raken. Is een reus geraakt dan gaat hij buiten het vak staan. Ligt er een bal in het vak van de reuzen, dan mag hij proberen een spion te verslaan door hem af te gooien.
Als de kinderen goed hun best gedaan hebben krijgen ze de letter: r van reus.

Als alle spellen gedaan zijn kunnen de groepjes het woord (druif) maken van de gekregen letters.