Marcus 8:27-9:13: wie ben ik?
Raden
Je hebt nodig:
Werkblad, kleurtjes, schaar, envelop of gekleurd vel papier en lijm.
Werkwijze:
- Knip alle stukjes uit en ontdek al puzzelend wie erop de plaat staan.
- Geef de stukjes mee in een envelop of plak de puzzel op het vel papier. De kinderen kunnen de plaat dan ook kleuren.
Ra, ra, wie ben ik?
Speelwijze:
De kinderen zitten in een kring. Een kind zit in het midden met zijn ogen dicht. Een kind uit de kring tikt het kind in het midden op zijn schouder en vraagt met een verdraaide stem: ‘ra, ra, wie ben ik?’
Raadt het kind het goed, dan ruilen ze van plaats.
Wat bedoel ik?
Speelwijze:
Je omschrijft een woord of uitdrukking. De kinderen moeten raden welk woord je bedoelt.
Oudere kinderen kunnen om de beurt zelf een woord omschrijven. Misschien woorden uit het verhaal?
Wil je er een competitieelement in, laat de kinderen dan in teams tegen elkaar strijden.

kleur | schuifverwerking
Je hebt nodig:
Kleurplaat op stevig wit papier en het strookjesblad (1 voor 10 kinderen) op stevig gekleurd papier, kleurtjes, schaar of prikpen.
Werkwijze:
- Knip of snijd de strookjes voor de kinderen uit.
- Prik, knip of snijd de dikke lijnen op de kleurplaat open.
- Schuif de strook rechts in de gleuf van de voor naar de achterkant van het blad. Bij de volgende sleuf weer naar de voorkant, dan weer naar de achterkant en als laatste komt hij aan de voorkant van het blad weer uit.
- Welk antwoord geeft Petrus op de vraag van Jezus?
Website
Op www.bijbelclub.info kun je de volgende verwerkingen vinden die goed bij dit bijbelgedeelte passen.
- Spel: Wie ben ik?
- Mysterieguest.
- Bijbelse persoon voorstellen.
Quiz
Je hebt nodig:
- Quizvragen, foto’s in stukken geknipt (voor elk team een)
Speelwijze:
- Maak vragen over de laatst vertelde verhalen.
- Verdeel de kinderen in teams.
- Elk goed antwoord levert een punt op, dus een stukje van de puzzel.
- Wie kan als eerste raden wat of wie er op de foto staat?

puzzelblad
Je hebt nodig:
Oplossing:
- Jezus is er altijd voor jou en voor mij.
Wie ben ik?
Je hebt nodig:
Speelwijze:
- Elk kind zet 2 innerlijke eigenschappen van zichzelf op het briefje en 2 uiterlijke kenmerken.
- De leider noemt eerst de 2 innerlijke eigenschappen van een van de kinderen. Weten ze wie het is?
- Daarna kunnen, om het makkelijker te maken of ter bevestiging, de uiterlijke kenmerken voorgelezen worden.