|
Wie is de grootste?
Dit spel kan als inleiding op het Bijbelverhaal. God is groter dan Dagon; God is de grootste. Dit laat Hij stilzwijgend merken.
Speelwijze:
- Ga zonder iets te zeggen steeds op de goede plaats staan.
- Wie is de grootste? Wie heeft de grootste schoenen? Wie heeft het langste haar? Wie is het jongst?
Dagon
Je hebt nodig:
Werkwijze:
- Stapel de dozen op elkaar. Op de eerste laag 2 dozen, daar 3 dozen op en daarboven 1 doos.
- Teken daar Dagon op. Op de onderste dozen: benen. Op de tweede laag: een lijf en twee armen en op de bovenste doos een hoofd.
- Tijdens de vertelling kun je het beeld laten vallen. De tweede keer kun je het hoofd en de armen bij elkaar leggen (op de drempel).
Wie is de echte God?
De Filistijnen dachten dat hun god Dagon de sterkste was, maar dat bleek een vergissing. De echte God, de levende God is sterker. 's Morgens ligt Dagon op de grond voor de ark van de echte God.
Je hebt nodig:
- Werkblad, schaar, lijm, goudstift of goudpapier.
Werkwijze:
Schipper mag ik overvaren?
Je mag oversteken, maar je moet afstand bewaren om niet getikt te worden. De Israëlieten moesten ook afstand bewaren van de ark van God.
Speelwijze:
- Zet de kinderen aan de ene kant van de ruimte tegen een muur of op een streep.
- De kinderen moeten een 'rivier oversteken' en aan de andere kant staat weer een muur of een streep.
- Zet één kind in het midden neer. De kinderen tegen de muur zingen dan:
Schipper mag ik overvaren, ja of nee? Moet ik dan een cent betalen, ja of nee?
- Het kind in het midden mag dan beslissen of de kinderen over mogen varen en of ze een cent moeten betalen.
- Bij betalen mag het kind in het midden zeggen hoe ze dan naar de overkant moeten gaan. (dat kan zijn: rennen, lopen, huppelen, springen, rollen, kruipen, enz.) Het kind in het midden, moet dat dan ook doen en moet proberen een kind te tikken. Als het getikt is, komt deze in het midden en begint het spel opnieuw.
- Als het kind kiest om niet te betalen, dan mogen alle kinderen gewoon naar de overkant lopen en worden ze niet getikt.
Party & Co
Je hebt nodig:
- Spelbord (zie samuel 3), dobbelsteen, pionnen en kaartjes per groepje.
Speelwijze:
- Verdeel de groep in groepjes van 4 tot 6 kinderen. Ieder speelt voor zich of in tweetallen.
- Leg de kaartjes van de verschillende categorieën op de aangegeven plaats op het spelbord.
- Zet de pionnen bij start op de duif. Gooi met de dobbelsteen en ga het aantal plaatsen verder op het bord. Pak een kaartje wat op hetzelfde figuur ligt waar je pion op staat. Voer de opdracht voor je groep uit.
- Degene die het goede antwoord geeft, krijgt het kaartje. Raden 2 kinderen het tegelijk, dan krijgen ze allebei een halve punt. Wie heeft aan het eind de meeste punten?
- De verschillende categorieën zijn:
- Liplezen: Je probeert het woord wat op het kaartje staat duidelijk te maken door alleen de lippen te bewegen, zonder geluid te maken.
- Kennisvraag: Een vraag over de verhalen beantwoorden.
- Tekenen: De speler probeert door te tekenen duidelijk te maken wat er op het kaartje staat. Er mag niet bij gepraat worden.
- Uitbeelden: Kies een andere speler uit je groepje om samen uit te beelden wat er op het kaartje staat.
- Verboden woord: Probeer duidelijk te maken wie of wat er op het kaartje staat zonder de woorden die daar op staan te gebruiken.
- Denkvraag: Dit zijn kaartjes die de kinderen na laten denken over hun eigen situatie. Hoe lossen zij problemen op, hoe gaan ze met een ander om enz. De groep praat over deze vragen, iedereen vertelt wat zijn/haar oplossing zou zijn.
Wie is God?
Je hebt nodig:
Werkwijze:
- Laat de kinderen om de beurt iets op het grote vel opschrijven over God, zo ontstaat er een
geloofsbelijdenis.
|